De Vlaamse Regering keurde op 1 maart het charter 'Samenwerking bij publiek-private samenwerking' goed. In de eerste plaats wil het charter sensibiliserend werken, de ondertekenaars streven ermee naar wederzijds vertrouwen, openheid en transparantie.
Dit charter richt zich op samenwerkingsvormen waarbij de publieke overheid een grote vrijheid laat aan de private markt om voorstellen te doen hoe het best voorzien kan worden in de behoefte van de overheid. Deze laatste definieert enkel het gewenste resultaat; niet de middelen om dit resultaat te bereiken. Dit kunnen zowel overheidsopdrachten of concessies met een geïntegreerde contractsvorm. Minstens worden het ontwerp en de bouw (design & build) samen opgedragen aan één private partner, maar vaak staat deze partner ook in voor de financiering (finance), het onderhoud (maintenance), de uitbating (operate), het ontwikkelingsrisico,… De contracten worden aangeduid met namen zoals DB(F)(M)(O), PPS, stadsontwikkelingsprojecten, …
8 principes
De vooropgestelde principes in het charter vloeien voort uit ervaringen van de sector met eerdere PPS-trajecten. Het charter wil de ‘best practices’ inzake de realisatie van PPS-projecten identificeren en expliciteren. Het ontwerpcharter bevat concreet acht leidende principes:
- Creëer draagvlak. Een project kan maar succesvol zijn als het goed gedefinieerd en gedragen is door alle betrokken partijen.
- Besteed voldoende aandacht aan de voorbereiding, wees duidelijk en open over wensen en doelstellingen en kies de wijze van samenwerking in functie van het te realiseren project.
- Zorg voor een sterk projectteam.
- Beperk transactiekosten waar mogelijk.
- Creëer een klimaat voor gezonde competitie als aandrijver van meerwaarde.
- Respecteer de intellectuele eigendomsrechten van kandidaat-inschrijvers
- Minimaliseer de risico’s van projecten en verdeel deze bedachtzaam tussen de partijen.
- Bewaak de robuustheid van en continuïteit binnen de samenwerking, ook op lange termijn.
Bron: www.vlaanderen.be