Een vraag? Een suggestie?
Raadpleeg de help-pagina
Tel: 015 78 7600
Mail: klant.BE@wolterskluwer.com
Formuleer uw vraag

Interesse?

Wenst u wetgeving, arresten en vonnissen, praktische commentaren, nieuwsberichten en modellen en formulieren m.b.t. overheidsopdrachten?

Ontdek Mercatus

Probeer gratis 
 

De aanbesteding van overheidsopdrachten en concessies - Een interpretatieve benadering

De aanbesteding van overheidsopdrachten en concessies - Een interpretatieve benadering 

Vijf jaar na de inwerkingtreding van de regels inzake overheidsopdrachten en concessies komt een team van auteurs rond Eubelius-vennoot Barteld Schutyser met een uitgebreide analyse en interpretatie van die regels.
De aanbesteding van overheidsopdrachten en concessies - een interpretatieve benadering bevat in negen hoofdstukken een uitgebreide en kritische bespreking van zowel de regels inzake de gunning van overheidsopdrachten als inzake de aanbesteding van concessies. De auteurs willen niet alleen die regels toelichten; waar dat nodig is willen de auteurs de regels interpreteren en een werkbare toepassing ervan verdedigen. Het boek bevat geen loutere opsomming van regels, rechtspraak en interessante standpunten uit de rechtsleer. Het is gebaseerd op de eigen opinie, ervaringen, kritische standpunten en opvattingen van de auteurs. Het boek gaat uitgebreid in op zowel de regels in de klassieke als de speciale sectoren. Het bevat, voor het eerst in België, een uitgebreide vergelijkende analyse van de regels inzake overheidsopdrachten en concessies. Het boek is daarom een onmisbaar naslagwerk voor al wie met overheidsopdrachten en concessies begaan is. Meer info vindt u op onze webshop.
 

Zakboekje Overheidsopdrachten - Klassieke sectoren 2024

Zakboekje Overheidsopdrachten - Klassieke sectoren 2024 

De overheidsopdrachtenwetgeving in pocketformaat? In het Zakboekje Overheidsopdrachten - Klassieke sectoren 2024 legt Luc Westhovens niet-specialisten stap voor stap uit wat ze moeten doen en waarop ze moeten letten: van de opstelling van een bestek via de plaatsing tot en met de uitvoering van de opdracht. Ook aanverwante thema's zoals de erkenning van aannemers en de opdrachten voor rekening van gemeenten komen aan bod. De informatie wordt aangevuld met praktijkvoorbeelden, relevante rechtspraak en de wetteksten van de Wet inzake Overheidsopdrachten en het KB Plaatsing en KB Uitvoering. U krijgt bovendien een beknopt en helder overzicht van onder meer het juridisch kader, alle mogelijke plaatsingsprocedures, de toepasselijke uitvoeringsregels en de Europese drempelbedragen. (De nieuwe editie 2024 verschijnt op 18 januari 2024, maar kan nu reeds worden besteld via onze webshop.)


De overstap naar de I-2021-Index vangt aan: wat houdt dit in voor uw lopende/nieuwe overheidsopdracht?

Nieuws - 25/03/2021
-
Auteur(s) 
Anse Speetjens i.s.m. Pedro Gielen en Gitte Laenen



De I-index is een lijst van bouwmaterialen met een bepaalde weging aan de hand waarvan de prijsontwikkeling kan worden gevolgd. Deze tot op heden gehanteerde index dateert van 1995 en is sindsdien ongewijzigd gebleven. Gelet de stedenbouwkundige en technische ontwikkelingen bleek de nood aan een herziening van de I-Index echter hoog.  In het hiernavolgende kan u lezen wat de nieuwe I-index impliceert en wat de gevolgen zijn voor nieuwe of reeds lopende overheidsopdrachten.               

Algemeen

De prijsherziening is opgevat als een verzachting van de forfaitaire grondslag van de overheidsopdrachten. Dit met als doel om het opdrachtbedrag te indexeren op basis van de kostenontwikkeling van de aannemer voor een welbepaalde werf, daar de lonen, de sociale lasten en de materiaalprijzen opwaarts dan wel neerwaarts kunnen schommelen tussen het ogenblik waarop de aannemer zijn offerte indient en het ogenblik waarop hij de werken effectief uitvoert.

Bijgevolg is het van groot belang dat een prijsherzieningsformule zo wordt bepaald dat deze de ontwikkeling van de betreffende kosten correct weergeeft.

De prijsherzieningsformule heeft een forfaitair karakter en kan zowel in het voordeel als in het nadeel van de opdrachtnemer werken. Deze schommelingen zijn aldus inherent aan de prijsherzieningsformule. Doch is het zo dat de negatieve prijsherziening, die ondertussen reeds geruime tijd wordt waargenomen, de normale omvang van deze schommelingen overschrijdt.

De oorsprong van dit probleem is gelegen in de afwijkende trend in het indexcijfer van de industriële productieprijzen in vergelijking met die van de marktprijs voor cement en de ongeschikte samenstelling van het I-index.

Met deze problemen wordt komaf gemaakt dankzij de gemoderniseerde index, meer bepaald de I-2021-Index.

I-2021-Index

De I-2021-Index, bestaande uit 60 referenties (materialen en grondstoffen) onderverdeeld in 11 productgroepen elk met een eigen procentuele weging, impliceert een algemene indicator die voldoende representatief is voor de evolutie van de prijzen van de verscheidenheid aan materialen die hedendaags in de bouwsector worden gebruikt, zowel voor civieltechnische werken als voor de bouw van residentiële en niet-residentiële gebouwen.

In tegenstelling tot de I-index houdt de I-2021-Index niet langer rekening met de evolutie van de prijzen van aardolieproducten, met name benzine, diesel en bitumen.
De prijsevolutie van de verschillende referenties wordt opgevolgd aan de hand van de producentenprijsindexcijfers (hierna: “PPI”) op de binnenlandse markt, dewelke maandelijks gepubliceerd worden. Met andere woorden weerspiegelen de PPI de maandelijkse evolutie van de prijzen van economische activiteiten op de Belgische markt. Van de 60 referenties worden er 59 gevolgd door in totaal 27 producentenprijsindexcijfers. De resterende referentie, namelijk de “cement”-indicator wordt onderworpen aan een specifieke prijsbewaking, met name de gecertificeerde enquête van de Vlaamse Wegenfederatie.

Het gewicht dat aan een referentie toekomt, wordt in twee stappen bepaald:

  • Stap 1: Het gewicht van elke productgroep wordt bepaald door het relatieve gewicht in de aankopen door de bouwsector volgens de Aanbod- en Gebruikstabellen van de Nationale Bank van België.
  • Stap 2: Het gewicht van de productgroep wordt vervolgens verdeeld over de verschillende referenties op basis van hun relatieve belang in termen van binnenlandse productiewaarde.
Gevolgen
Voor de toepassing van de  I-2021-Index dient er een onderscheid te worden gemaakt tussen lopende overheidsopdrachten en nieuwe opdrachten.
Sedert januari 2021 kan er gebruik worden gemaakt van de I-2021-Index.

De “oude” I-index blijft van toepassing op alle overheidsopdrachten waarvoor de herzieningsformule naar deze index verwijst. Met andere woorden is de I-2021-Index niet automatisch van toepassing op overheidsopdrachten die reeds in uitvoering zijn. Doch beschikken de aanbestedende overheid en de opdrachtnemer over de mogelijkheid om binnen de voorziene wettelijke grenzen de nieuwe index met terugwerkende kracht van toepassing te verklaren op hun lopende overheidsopdracht.

Bij nieuwe overheidsopdrachten is het aangewezen om in de opdrachtdocumenten, en meer bepaald in de herzieningsformule, uitdrukkelijk naar de nieuwe index te verwijzen daar de ‘verouderde’ I-index slechts gepubliceerd zal worden tot en met december 2022 en op termijn dan ook zal verdwijnen.

In het geval dat de I-2021-Index niet wordt vermeld, kunnen belangstellende aannemers, gelet artikel 81 KB Plaatsing 2017, om de toepassing ervan vragen. Deze vraagstelling dient ten laatste tien (10) dagen vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de offertes de aanbesteder te bereiken. De I-2021-Index kan alsdan desgewenst aan de hand van een rechtszettingsbericht alsnog van toepassing worden verklaard.
 

Zie ook het eerdere nieuwsbericht hierover: Prijslijst bouwmaterialen - Index I 2021 


Bron:  https://www.gdena-advocaten.be/nieuws/overheidsopdrachten-de-overstap-naar-de-i-2021-index-vangt-aan-wat-houdt-dit-in-voor-uw-lopende/n